ach lief, lief
ik had je zo lief, lief
alle nachten,
alle dagen,
dat we lachten en zeiden
jij en ik
ik en jij
niemand komt voorbij aan ons geluk
neem mijn hand dan
houd me vast dan
als alles kan
kan jij ons dan weer maken
als alles kan
dan kunnen wij weer gemaakt
zoals die keer
dat je schreef dat-
toen ik teveel wijn
en beschonken was
en jij lachte om mijn dubbelzinnigheid
ik te impulsief mijn lippen op de jouwe drukte
jij mijn haar uit mijn gezicht streelde-
dat je schreef
hoe verschillend we zijn,
de kosmos ons toch wel samen brengt
nu
jij hebt het schrijven achter je gelaten
het papier blijft wit
ons samen is zwart
lief, hoe dan
lief
hoe het kan
dat al het geluk voorbij is.
Geef een reactie