Dag meneer,
ik zag u zitten en ik dacht
u lijkt wel verdacht veel op de eenzaamheid
hoewel ik u vaak vermijd
zou ik nu graag even met u willen spreken
u moet weten
dat mijn gedachten u soms bezoeken
Heel vluchtig en snel
om dan weer te vertrekken, u kent dat wel
Of niet, dat mensen u verlaten
ik had het zojuist in de gaten
Ik keek
de leegte in uw ogen
Ik durf het bijna niet te vragen
Maar hoe zijn uw donkere dagen
Het alleen zijn
met de pijn
Meneer met de hoed
Hoe is het om u te zijn
Zit u nu te snikken, te huilen?
U hoeft zich voor mij niet te verschuilen
hoort u dat ik spreek
U lijkt me wat van streek
Uw handen
gevouwen op uw schoot
Ze zijn oud, grijs en grauw
Is u weleens gezegd ik hou van jou?
Weet u wat liefde is
Heb ik het mis
een traan
Rolt deze nu over uw wang?
Kijk eens, een zakdoek voor meneer
U mag hem hebben, voor de volgende keer
Dan zal ik u weer in uw eenzaamheid ontmoeten
Ik zal u groeten.
Dag meneer
Nu ik u hier zo zie, denk ik
dat ik wel van u zou kunnen houden..
Als u mij zou kunnen vertrouwen
Dan zou ik luisteren en u meneer zou spreken
Want u moet weten
Dat ik heus wel om de eenzaamheid geef
©wendyvanschaik2017